page 75
- Essaouira (Mogador).
Ouartier des potiers.
Pottebakkerswijk.
The Potters' district.
... op het decor zodat verhoudingen en
contrasten duidelijker naar voren treden...
Bij deze ontmoetingen scheen ik op te gaan
in deze landschappen, keiig, weelderig,
woestijnachtig, legendarisch en waar
de wind soms vluchtige zandgeysers
deed opstuiven.
Bij dageraad vertrokken wij om op de
rustplaats aan te komen bij het vallen
van de nacht. Onderweg werd het gebergte,
van paarlemoer, purper en dan goudkleurig,
om 's middags een soort spiegelglas
te worden, verblindend, onverbiddelijk.
Dan verrees, zonder overgang, tussen
twee heuvels, twee hellingen, in een
trechter vol palmbomen, een dorp uit
gebakken aarde : termietenhoop of
versterkte plaats naargelang wij zijn
gekanteelde muren of zijn kasba naderden.
Kort oponthoud. Reeds trok de weg ons
verder mee, over een oued die door
het hoge gras buitelde, steil opklimmend,
of neerdalend in spiralen; nu eens
gewrongen tussen rotsmassieven
onmenselijk wild, dan weer breed
uitlopend, terwijl het gebergte, blauw
en onwezenlijk, achteruitweek, verstompte,
om dan weer plotseling te voorschijn
te komen in het tegenlicht, hard en barbaars;
aan zijn besneeuwde toppen bleef een
tere wolk haken, doorzichtig tegen
de heuvel.
Atlasgebergte, vluchtig en wisselend
dat wij wensen te veroveren, dieper te
bezitten, inniger lief te hebben en dat ons
met de dichter doet zeggen :
« Ik wil de schoonheid omvatten
maar zij ontsnapt. »